DVD-recensie: Gillian Weir - The King of Instruments
Is het orgel nog maar schaars op Radio 4 te beluisteren, de tijd dat de Nederlandse televisie aandacht aan het orgel besteedde lijkt al decennia achter ons te liggen. Sommigen onder u zullen zich de NCRV-serie Opmaat op late zaterdagavonden uit 1989/1990 herinneren waarin bekende organisten op Nederlandse orgels speelden. (Kan die prachtige serie niet eens op het digitale kanaal Spirit24 worden herhaald, NCRV?) Van iets later dateert de Engelse serie Howard Goodall’s Organ Works, maar dat was zo’n beetje het laatste wat de Publieke Omroep nog aan orgelpromotie op tv gedaan heeft.
In dezelfde tijd als Opmaat vertoonde de BBC zes programma’s onder de titel The King of Instruments. De Engelse organiste Gillian Weir nam de kijker mee naar beroemde orgels in Europa (Haarlem, Ottobeuren, Odense, Belfast, Stockholm en Rouen) en bracht daarop veelzijdig repertoire ten gehore, afgewisseld met charmante inleidingen en toelichtingen. Productie en regie was in handen van Hefin Owen. Het was een uitstekend idee van Priory Records om deze BBC-serie op één dvd samen te brengen. De kwaliteit van de films, inmiddels zo’n 22 jaar oud, is werkelijk uitstekend en ook het (stereo-)geluid beantwoordt aan de verwachtingen. Het camerawerk is boeiender en de cameraposities afwisselender dan op de The Grand Organ-dvd’s van Priory.
Elke episode begint met de eerste maten van de bekende Toccata in G van Dubois, die overigens nergens is geprogrammeerd. Het eerste orgel dat Gillian Weir ons voorstelt, is het Müller-orgel in de Sint-Bavokerk in Haarlem, in de toen ook al overbekende Toccata en Fuga in d van J.S. Bach. Heel smaakvol speelt ze vervolgens Sweelincks Variaties ‘Mein junges Leben hat ein End’, “maar er komt geen noot van treurnis in voor”, vertelt de organiste. “Ik denk eerder aan een oude man die in alle rust herinneringen ophaalt aan een gelukkig leven ...” Ze besluit met Bachs Fuga in Es BWV 552b, “a hymn of praise to the Trinity” (een lofzang op de Drie-eenheid).
Vervolgens worden we meegenomen naar de “breathtaking” Benedictijnerabdij van Ottobeuren, waar Weir het Dreifaltigkeitsorgel bespeelt in een fleurig Noël van Louis-Claude Daquin. Onderwijl kan de kijker zich vergapen aan de schitterende plafondschilderingen van de abdijkerk. Samen met Huw Tregelles Williams speelt ze een sonate voor twee orgels van Lucchinetti, waarbij Williams het Heilig Geist-orgel bespeelt. Weir vertelt over het leven van orgelbouwer Riepp, die een goede kok was en recepten gaf voor ‘smakelijke’ registraties. Zijn orgels vormen een symbiose tussen de Franse orgelbouw, die vooral gericht is op het imiteren van instrumenten, en de Duitse orgelbouw, die zich kenmerkt door een evenwichtig klankenpalet. Ter illustratie speelt Weir de twaalfde Toccata van Georg Muffat, een componist die zowel Duitse als Franse en Italiaanse invloeden onderging en daarom zo uitstekend op het Riepp-orgel tot zijn recht komt. De Sonate nr. 4 van pater Franz Schnizer klinkt als ware het een muzikale illustratie van de weelderige rococo-architectuur van de abdijkerk.
De derde episode is opgenomen in de kathedraal van St. Knud in het Deense Odense. In de orgelkas van Worm uit 1754 bouwde Marcussen in 1862 een nieuw orgel, en in 1934 nogmaals, met mechanische speel- en elektro-pneumatische registertractuur. Hier wordt ook de werking van het orgel getoond en en passant zien we een medewerker van Marcussen een pijp intoneren. Dit orgel behoort tot Gillian Weirs favoriete instrumenten en ze demonstreert het in Prélude, Fuga en Chaconne in C van Buxtehude, de bekende Fantasie in Es (“echofantasie”) van Saint-Saëns en ‘de B-A-C-H’ van Liszt.
By the way: ook modeliefhebbers komen met deze dvd aan hun trekken. Gillian Weir heeft een bijzondere kledingsmaak en heeft in elke episode een andere boeiende creatie aan.
In Noord-Ierland bezoekt Gillian Weir het Mulholland-orgel in de Ulster Hall, een goed geconserveerd orgel van William Hill uit 1859, uitgebreid door de firma Hill in 1903. Het kon worden gebouwd dankzij een aanzienlijke gift van de industrieel Thomas Mulholland, wiens ideaal het was om de working classes kennis te laten nemen van de beste muziek, gespeeld op een “truly splendid instrument”. Een eeuw later, toen het orgel er slecht bij stond, trok een achterkleinzoon van de gulle gever, Lord Dunleath, zich het lot van het orgel aan. Het werd in de jaren 1976-1978, zoals dat heet, “restored to former glory” door N.P. Mander uit Londen. Zo’n orgel vraagt om een spectaculaire transcriptie, en ook in dat opzicht stelt Gillian Weir niet teleur met haar bevlogen uitvoering van de Walkürenritt van Wagner. Een uitstekende keuze is ook Charles Ives’ humoristische Variations on ‘America’.
“Stunning”, zoals de Engelsen dat zeggen, is haar uitvoering van het Moto ostinato uit de Sonntagsmusik van Petr Eben, op het Grönlund-orgel (1976) in de Hedvig Eleonora Kyrka in Stockholm. Hier geeft Gillian Weir enige staaltjes gracieuze virtuositeit ten beste in Naïades van Vierne, Tu es Petra van Mulet en de Variations sur un Noël van Dupré.
De laatste episode op de dvd is gewijd aan het onvolprezen Cavaillé-Coll-orgel in de St.-Ouen in Rouen. Hier zien en horen we Dieu parmi nous van Messiaen (wiens orgelwerken door Weir in Engeland werden gepromoot), Elfes van Bonnet en ten slotte het derde Choral van César Franck, met een nogal virtuoze opening maar met een zeer aandachtig gespeeld middendeel.
In geen van de zes episodes zien we een registrant: dat doet mevrouw Weir allemaal zelf. Nu is dat bij elektro-pneumatische registertracturen niet zo’n prestatie, maar in Haarlem en Rouen doet ze het ook!
Het geluid bij de beelden is zeer goed en het dvd-menu is overzichtelijk. Jammer dat er geen ondertiteling is ingebracht; wie niet zo goed in zijn Engels zit, zal waarschijnlijk wat zaken missen.
De koper krijgt bij deze dvd ook een bonus-cd waarop zes van de 23 gespeelde werken staan, inclusief Choral III uit Rouen. Voor dit doel werden indertijd aparte geluidsopnamen gemaakt.
Een aanrader, deze dvd!